Beelddenken


Denk aan het woord onweer. Wat zie je?
Zie je de letters ‘onweer’ of zie je een plaatje van onweer?

Per persoon verschilt de voorkeur voor het opnemen, verwerken en onthouden van informatie: visueel en verbaal.

Het onderwijs sluit niet aan bij beide vormen van informatieverwerking. Logisch, want de meerderheid van de mensen (±95%) leert verbaal en slechts een kleine groep leert visueel en is beelddenker.

Beelddenken en wetenschap

In 2010 is uit wetenschappelijk onderzoek gebleken dat er rond het vierde jaar een voorkeur ontstaat voor het visuele- of het verbale leersysteem. Het onderzoek ‘Rise and decline of verbal and visuospatial learning’ is uitgevoerd door hoogleraar Theoretische Neuropsychologie Jaap Murre van de VU te Amsterdam in samenwerking met Duke University.

Het onderzoek toont aan dat meestal één van beide leersystemen dominant is in zowel het korte termijn geheugen als het lange termijn geheugen. Deze dominantie is voor 40% erfelijk bepaald en wordt veroorzaakt door een dominante linker- of rechter hersenhelft.

Dominante hersenhelft

Beelddenkers verwerken informatie primair met de rechter hersenhelft. Een dominante rechter hersenhelft heeft vaak een zwakkere linker hersenhelft tot gevolg.


Talenten van beelddenkers

Ritme
Beelddenkers hebben vaak gevoel voor muziek. Het herkennen van klanken en ritmegevoel zit in de rechter hersenhelft.

Ruimtelijk inzicht
Driedimensionaal kijken is moeilijk voor te stellen als je geen beelddenker bent. Je kunt een object van verschillende kanten bekijken zonder uit je stoel te komen. Dit betekent ook dat je oplossingen ziet voor problemen die andere niet kunnen bedenken of zelfs kunnen begrijpen.

Denken vanuit totaalbeeld
Een beeld is een vast gegeven (als een foto). Door het in stukjes te hakken wordt het beeld juist onduidelijker. Een beelddenker kan dus ineens een oplossing voor zich zien, zonder dat hij kan verklaren hoe hij daar toe is gekomen. In de klas is dit soms een probleem omdat alles moet worden onderbouwd.

Verbeelding
Buiten de kaders kunnen denken. Zeer creatief. Ook gebruik maken van leuke originele woordspelingen.

Beleving
De wereld niet beredeneren maar beleven!

Geweldige fantasie
Dagdromen. In deze fantasiewereld kan alles. Er bestaan geen vaste regels. Vraag daarom bij onbegrijpelijk gedrag wat er in het hoofd om gaat. Dit verklaart vaak een hoop.

Kleur
Tekenen, schilderen, ontwerpen. Uitstekend schaduwen kunnen plaatsen, kleuren mengen.


Test

1. Denk je vooral in beelden in plaats van woorden?
2. Weet je dingen, zonder in staat te zijn uit te leggen waarom?
3. Los je problemen op ongebruikelijke wijze op?
4. Heb je een levendige verbeelding?
5. Herinner je wat je gezien hebt en vergeet je wat je hoort?
6. Ben je slecht in het spellen van woorden?
7. Kun je zaken visualiseren uit verschillende perspectieven?
8. Ben je organisatorisch gehandicapt?
9. Verlies je vaak het bewustzijn van tijd?
10. Lees je liever een kaart dan mondelinge aanwijzingen te volgen?
11. Herinner je plaatsen die je slechts eenmaal bezocht?
12. Is je handschrift voor anderen moeilijk leesbaar?
13. Kun je aanvoelen wat anderen voelen?
14. Ben je muzikaal, artistiek of mechanisch aangelegd?
15. Weet je meer dan anderen denken dat je weet?
16. Heb je een hekel aan spreken voor een groep mensen?
17. Voel je je slimmer naarmate je ouder wordt?
18. Ben je een slaaf van je (spel)computer?

Als je 10 van de bovenstaande vragen met ‘ja’ hebt beantwoord, ben je zeer waarschijnlijk een beelddenker.


Leertechnieken op basis van beelddenken zijn van toepassing op:

  1. -Informatie onthouden en ordenen.

  2. -Alfabet en woorden (ook vreemde talen) leren.

  3. -Spelling aanleren.
    Hierbij wordt o.a. gebruik gemaakt van de methode “Ik leer anders” en het programma “Woordbeeldtrainer”, dat speciaal ontwikkeld is voor beelddenkers.

  4. -Cijferveld, rekenen, tafels, breuken etc. leren.
    Hiervoor wordt o.a. gewerkt met de rekenmethode "Jamara", bedoeld voor beelddenkers met onvoldoende getal- en hoeveelheidsbegrip, die niet tot automatiseren kunnen komen en geen goede oplossingsstrategieën weten te hanteren.

  5. -Klokkijken (ook digitaal).
    Hierbij wordt o.a. gebruik gemaakt van een klokkijk programma voor de computer, wat speciaal is ontwikkeld voor beelddenkers.

  6. -Planning.

  7. -Topografie leren.

  8. -Geschiedenis leren.

  9. -Werkstukken maken.

  10. -Spreekbeurten geven.

  11. -Boekbespreking geven.